Clyde naar Queenstown. Van klein naar groot, cowboy naar mondain..

We nemen afscheid van Victoria (Hansen, Deense roots), onze gastvrouw en maken nog een gezellig praatje. Vandaag een korte route van 85 km. We hebben tijd zat en daarom lopen we nog even rond. Liesbeth geniet van de vele bloeiende stokrozen en Hans ziet een oude auto in een tuin staan. In een hip zaakje drinken we koffie. Dan is het tijd om op weg te gaan. We rijden gedeeltelijk over dezelfde weg als we gekomen zijn. Door vlak tuinbouw land. Vervolgens door een dal met oprijzende bergen; gevuld met veel (mannelijke) experience uitdagingen. Oa de eerste bungyjump.
Om uit te komen in Queenstown. Een grotere plaats gelegen aan een groot meer. Rijdend door het centrum komen we bij ons hotel, dat wat hoger is gelegen. We hopen op een kamer met uitzicht op het meer. Ondanks, dat we in de vleugel LakeSide slapen is er niets te zien van het meer. Wel kijken we tegen de achterkant van de keuken aan met de afvalbakken. De kamer is groot en donker. Er is veel zwart gebruikt. Als je op het balkon zit, hoor een soort ruis. Maar genoeg geklaagd.
Op naar het centrum en dat is een half uurtje lopen door een mooi aangelegd park langs het meer. Queenstown is een drukke plaats, qua verkeer en toeristen. Er is van alles te doen: activiteiten op het water op het land en in de lucht. Kies maar uit! Afhankelijk van het weer willen we morgen met de kabelbaan omhoog voor een mooi uitzicht over het meer of een boottocht maken met een oude steamer. Queenstown heeft ook een modern winkelcentrum en we slagen erin om iets leuks Nieuw-Zeelands te kopen voor Mila, Luca en Julie.
`s Avonds eten we in een restaurant aan de haven. Wat scharrelt daar tussen de mussen, die zijn net als de meeuwen overal zijn, een vrouwtjes eend. In groepjes zwemmen ze in de het haventje en langs het strandje. Je mag ze niet voeren want dan haal je ze uit hun natuurlijke habitat. Toch staan kinderen een groepje eenden te voeren.
Om bij het hotel te komen, kun je met een pad door een stukje bos lopen. Dat pad gaat op 3 stukken steil omhoog. Dat is even lekker op tempo lopen. En goed voor de conditie. Kom je wel bezweet in het hotel. Trouwens we wandelen per dag zeker wel 10 km. Als de auto eenmaal geparkeerd is bij onze slaapgelegenheid, wordt hij niet meer gebruikt. In het hotel drinken we nog koffie en daarna gaan we naar onze kamer. Morgen is een rustdag.(L)